Het kan iedereen overkomen: pesten. Geen plagerijtje, maar iedere
keer getreiterd worden. Omdat je een bril hebt, ‘foute’ kleren,
omdat je je niet zo stoer gedraagt… of omdat ze jou als mikpunt
hebben uitgekozen. Omdat je anders bent dan zij. Je hebt helemaal
geen zin meer om naar school te gaan. Het doet pijn. Je wilt dat
dit stopt. Maar hoe? Hieronder staan een aantal tips hoe je met
pesten om kunt gaan:
• Als je wordt gepest kan dat je veranderen: je wordt onzeker,
voelt je alleen. Daar is het pesters vaak juist om te doen; zij
pesten en jij verandert daardoor. Zo kunnen zij heel gemakkelijk
doorgaan met pesten. Dus probeer het de pesters zo moeilijk
mogelijk te maken. Hoe? Kom voor jezelf op! Zeg dat het geen zin
heeft om jou te pesten, want dat verandert echt niet hoe je eruit
ziet of wie je bent. Zoek kinderen of mensen op die je kunnen
helpen. Als je samen met anderen bent, geeft dat de pester minder
macht.
• Als je even niet meer weet wat of hoe je iets moet zeggen, dan
geeft dat niks. Vaak schiet je vlak erna iets te binnen wat je
graag terug had willen zeggen. Dan je denk je bij jezelf: “Waarom
heb ik dit net niet gezegd?” Schrijf het op
en draag dat papiertje bij je. Zo maak je een lijstje met allemaal
dingen die je kunt zeggen als er weer gepest wordt. Dan ben je als
het ware ‘gewapend met woorden’.
• Vertel altijd je juf of meester dat je wordt gepest. Hij of zij
zal proberen om dit op te lossen. Bijvoorbeeld door te praten met
de pester, of zelfs met de hele klas. Mocht dit niet helpen en
gaat het pesten gewoon door, zeg dit dan steeds weer tegen de juf
of meester! Hij/zij kan soms niet zien of merken dat het pesten
nog doorgaat. Dus vertel het iedere keer. Alleen dan kan je
juf/meester jou helpen.
• Vraag ook altijd je ouders of zij je kunnen helpen. Misschien
dat je ouders vroeger ook zoiets hebben meegemaakt, en hebben ze
goede tips voor je… Ook kunnen ze je troosten als het even
tegenzit. Even je verhaal kwijt kunnen, kan al een verschil maken.
• Als er even niemand is om je verhaal aan te vertellen, dan kun
je ook alles van je af schrijven. Houd een dagboek bij. Beschrijf
elke keer wat er gebeurd is, hoe jij reageerde op het pesten, hoe
andere klasgenoten reageerden, hoe je je voelde toen er gepest
werd, enz. Zo’n dagboek is ook handig als je met je ouders of
leerkracht wilt praten, maar de woorden willen niet komen. Geef
hen dan het dagboek of een deel ervan. Vergeet niet om ook de
leuke dingen op te schrijven. Gebruik bijvoorbeeld 2 kleuren. Dan
kun je in 1 keer zien of het uiteindelijk een heel vervelende dag
is geweest, of dat er ook een paar leuke momenten waren.
>>>>verder lezen